Contacteer ons
+32 (0)15 31 22 57
Werkuren
07 - 17h
email-84
Support 24/7
info@deceuster.com
SPORT
Meer informatie over SPORT? 
Neem contact op
ING. Kim Swinnen
Verantwoordelijke Sport
+32 (0)475 32 71 58
+32 (0)15 307 433
ksw@deceuster.com
Project aanvragen
'VAK'ATURESVAKNIEUWSCONTACT

“Vakmanschap loont!” is de baseline van De Ceuster. Maar laat er geen twijfel over bestaan; dat “vakmanschap” geldt voor zowel vakmannen als vakvrouwen! En dat heeft niets met emancipatie te maken, maar alles met de juiste man of vrouw op de juiste plaats …

Vakvrouw en bestuurder Els verzamelde alle vrouwen van De Ceuster aan tafel voor een babbel over werken in een mannenwereld. Girlpower!

Eerst en vooral. Hoe is de verdeling vakmannen - vakvrouwen bij De Ceuster? 

Els: In totaal zijn we met 52 personeelsleden waarvan er 8 vrouwen zijn. Marleen is de enige vakvrouw momenteel op het terrein en moet dus echt wel haar mannetje staan tussen al dat mannelijk geweld. De andere 7 werken in de back office. Veerle is van HR. Maaike is nieuw in het team en werkt op de boekhouding. Marie doet heel de logistiek en facturatie. Elisabeth, de jongste, is verantwoordelijk voor het machinepark en communiceert met de garage. Karine is mijn rechterhand. Tenslotte heb je Dominique. Zij neemt onze SPORT-afdeling voor haar rekening.

8 vrouwen van de 52 personeelsleden in een typische mannensector. Dat valt eigenlijk nog mee. Is dat toeval of is dat een filosofie? Els, heb jij daar als vrouwelijke bestuurder wat mee te maken?

Els: Toen ik begon bij De Ceuster was één van mijn ambities om ook ‘on the field’ vrouwen aan te trekken, maar het is intern in feite vooral organisch gegroeid. Het is dus niet echt een filosofie, maar het is mijn overtuiging als bestuurder dat een evenwicht tussen mannen en vrouwen op alle niveaus verrijkend werkt. Emancipatie heeft daar niets mee te maken, maar de mix van de 2 is wel heel fijn en geeft echt meerwaarde. Een vrouw ziet soms andere zaken dan een man. Zowel op technisch niveau als administratief of financieel vlak. Ik geloof dus in die gezonde balans. Voor alle duidelijkheid, in de toekomst gaan we zeker niet expliciet selecteren op geslacht, maar toch hoop ik stiekem dat er op het terrein nog meer vrouwen bijkomen. Marleen bewijst dat het kan. Een bedrijf met alleen vrouwen “marcheert” ook niet volgens mij. Het moet zoals gezegd een goede mix zijn. Wij kijken trouwens vooral naar motivatie en minder naar skills. De wil om hier te beginnen, moet aanwezig zijn. De rest komt vanzelf.

WERKEN IN EEN MANNENWERELD

Els, ook bestuurders zijn nog steeds overwegend mannen. Hoe komt dat denk je? 

Els: Dat klopt, maar het is aan het veranderen. Er zijn vandaag meer vrouwelijke bestuurders dan pakweg 20 à 25 jaar geleden. Het besef dat een vrouw aan het hoofd van een bedrijf even goed of beter kan doen, groeit. Als ik bijvoorbeeld naar een cursus ga rond ondernemerschap zitten daar veel meer vrouwen dan vroeger. Onze raad van bestuur van Group De Ceuster bestond vroeger trouwens enkel uit mannen. Vandaag is dat meer in evenwicht. Ik vind dat een positieve evolutie. 

Ik ben ook blij dat vrouwen in het algemeen meer kansen krijgen. In de tijd van ons papa (Herman De Ceuster) waren er in de hele groep quasi geen vrouwen. Vroeger zeiden ze van vrouwen in een hoge functie ook al snel dat het wel een “bitch” moest zijn of dat ze met de baas naar bed was gegaan (lacht). We kunnen daar mee lachen, maar gelukkig is dat verleden tijd.

Veerle, jij doet de rekrutering. Ben je blij als er een vrouw zich aandient? Merk jij grote verschillen in motivatie of in skills? 

Veerle: Wij maken er alvast geen onderscheid in. Zoals Els al zei “een gezonde mix komt de sfeer ten goede!”. Dan krijg je verschillende inzichten op de werkvloer en die brengen altijd iets “extra”. Dat geldt trouwens ook voor mensen met een andere achtergrond. 

Maar goed, ik ben altijd blij als een vrouw zich aandient voor het “veldwerk”. Evengoed ben ik blij als er zich een man aanbiedt voor onze interne werking, want daar hebben we dan weer meer vrouwen. Wat wel zo is, bij vacatures voor het “veldwerk” ga ik aan een vrouw wel wat sneller vragen naar fysieke paraatheid. Het is nu éénmaal een relatief zware job. Met machines heb je trouwens ook een zekere affiniteit nodig van kleins af aan. Je ziet dat onmiddellijk of iemand daar mee opgegroeid is of niet.

En wat betreft werksfeer? 

Elisabeth: Ik vind dat een vrouw er vaak voor zorgt dat een bedrijf nog net iets meer een thuis wordt. Mannen onder elkaar doen vaak stoer. Tegen een vrouw durven ze iets meer te vertellen. Wij gaan ook sneller zeggen: “Thuis is ook belangrijk, neem nu eens verlof.” Communiceren met mannen of vrouwen is op zich hetzelfde, maar wat je terugkrijgt van communicatie is vaak anders. Een vrouw verzacht wat meer.
Maaike: In mijn job merk ik meer verschillen tussen karakters van personen dan dat het over een vrouw of man gaat.

Marie, hoe gaat dat op de planning? 

Marie: Toen ik net begon, dacht ik dat mannen minder drama zouden maken, maar dat blijkt niet waar te zijn (algemene hilariteit). 

Marleen: Klopt! En ze zeggen dikwijls dat mannen minder roddelen, maar ik kan bevestigen dat dat niet zo is. (algemeen gelach)

Marie: Iedereen heeft nu eenmaal zijn persoonlijke kantjes en je moet daar mee weten om te gaan. Een man kan misschien wel iets harder zijn. Een vrouw zal het meestal mooier verwoorden terwijl een man gewoon zegt waar het op staat. Een man in het algemeen, of toch tenminste onze vakmannen laten ook niet altijd het achterste van hun tong zien. Marleen gaat bijvoorbeeld sneller laten weten aan ons hoe een werkdag verlopen is en of er nog iets is waar we volgende keer aan moeten denken. Dat is soms wel handig (lacht).

Marleen: Ik vind het persoonlijk niet per se anders communiceren, maar er is wel een verschil in aanpak. Mij spreken ze soms aan als “Moeke” (lacht). Dat is dat moederinstinct zeker? Maar het klopt wel. Ik heb dat zorgende meer in mij. Mannen hebben dat minder.

Marie, jij moet voor de planning al die mannen aansturen. Werd jij gemakkelijk aanvaard? 

Marie: Ik ben goed onthaald. Misschien durfden ze tegen mij al eens sneller “tegenspartelen” als tegen hun directe leidinggevenden. Maar, dat heeft volgens mij meer te maken met het feit dat ik nieuw was dan met het feit dat ik een vrouw ben.

Els: In het begin gaan de mannen je wel wat testen, zo gaat dat hé. Maar als ze merken dat je je best doet en dat je niet flauw doet, zal je snel aanvaard worden. Het is belangrijk dat ze merken dat je het meent. Ik denk dat alle vrouwen hier aan tafel dat wel bewezen hebben.

Dominique: Ik sluit me daar volledig bij aan! Eens dat je laat zien dat je ervoor gaat, volgen ze.

Marleen, vakvrouw op hoge hakken

Marleen, herinner jij nog jouw eerste werkdag? Hoe ging dat?

Marleen: Goh, ik was het gewoon om in een mannenwereld te werken. Ik had de basis al mee om met machines te werken en om met mensen om te gaan. Het was vooral het werk wat leren kennen en inderdaad de verschillende karakters. Als vrouw voel je ook iets beter aan hoe je met die verschillende karakters kan omgaan, denk ik.”

Marie: Ik herinner me die eerste dag dat je begon nog goed, want je moest gaan “spitten”. De mannen hadden hun twijfels of je wel met de tractor ging kunnen rijden. Op het einde van de dag kwamen ze enthousiast naar mij om te zeggen dat ze onder de indruk waren. Voor de mannen was het eerder aanpassen aan het idee dat er een vrouw in het team kwam. Marleen had er minder last van. Ze moest natuurlijk die eerste week wel goed haar mannetje staan en laten zien wat ze in haar mars had.

Els: Ik denk dat het ook wel te maken heeft met generaties. Jonge vertegenwoordigers hebben dat minder, maar oudere vertegenwoordigers denken soms dat een vrouw niets gaat snappen van machines. De oudere generatie heeft misschien toch iets meer vooroordelen.

Marleen: Dat kan wel. Hoe dan ook, onze mannen zien me nu als één van hen. Ze vinden het tof dat ik toekom als elegante vrouw en uit de kleedkamer kom in mijn bottines, maar je moet natuurlijk wel respect afdwingen.

Is de Marleen met de werkbotinnen, een andere Marleen als met de hoge hakken?

Marleen: (resoluut) Neen, ik voel me op en top een vrouw zowel op het werk als thuis. Ik kom hier toe op hakken en ik kleed me daarna om. Mijn dochter zegt soms: “Vertrek je nu echt op je hakken naar je werk?”, maar ik vind dat belangrijk dat ik niet heel de dag mijn werkkleding draag.

Weet je, wat voor mij persoonlijk wel geldt is dat ik wel eens ontgoocheld ben in mezelf als ik iets niet kan. De mannen zeggen dan zelf: “Laat dat maar liggen. Wij zullen dat wel doen. Pak jij -bij wijze van spreken- die lichte ladder maar. Ik zal de zware ladder wel pakken.” Maar eens dat ze weten dat je je best doet, maakt het eigenlijk niet uit. Soms denk ik wel eens dat de mannen het niet leuk vinden om bij mij in de ploeg te zitten, omdat ze dan zelf wat meer zwaar werk moeten doen. Blijkbaar is dat niet zo en zit dat vooral in mijn hoofd.”

“Ik kan mijn mannetje staan”

Reageren klanten soms raar als er plots een vakvrouw op een machine zit?

Marleen: Als ik bij een klant aankom, moet ik mij soms dubbel en dik bewijzen. Althans, zo voel ik het toch aan. Nu moet ik zeggen dat ik de lat voor mezelf vrij hoog leg. Eén keer klanten dat zien en merken dat ik mijn mannetje kan staan, krijg ik daar veel appreciatie voor. Ik ga als vrouw misschien ook meer op de details letten bij de afwerking en daar worden klanten natuurlijk ook blij van!

Marleen, waarom wilde je dit werk per se doen?

Marleen: Ik heb tuinbouwschool gedaan. Ik wilde een bedrijf oprichten met sla op hydrocultuur, maar ik ben dan door mijn huwelijk in de landbouwwereld beland. Dat huwelijk is misgelopen en via een buur ben ik dan bij De Ceuster terechtgekomen. Dat was voor mij een beetje thuiskomen. Terug bij tuinders langs gaan en met machines werken is echt een droom die uitkomt. 

WITTE RAAF

Zou jij er nog graag enkele vrouwelijke collega’s bij hebben?

Marleen: Ik ben inderdaad wel een witte raaf binnen De Ceuster als het gaat over puur veldwerk. Ik zou het zeker fijn vinden dat er enkele vrouwelijke collega’s bij zouden komen :). 

Wat zou je zeggen tegen potentiële vrouwen die willen komen werken bij De Ceuster? 

Marleen: Niet twijfelen! Gewoon doen en durven! Als je graag werkt met je handen is het een fijne job. Ik heb nog geen minuut spijt gehad, dus ik denk wel dat er nog mensen -mannen én vrouwen- zich aangesproken zullen voelen. 

Benieuwd naar onze vacatures?

Wacht niet langer en surf naar onze vacature pagina.

De Ceuster ging onlangs op bezoek bij tomaten- en aardbeienteler Bertels, al meer dan 30 jaar klant. We haalden Jan Bertels even van zijn noeste arbeid voor een gesprek over de Kempische aardbei van A tot Z. De zoete inval van De Ceuster zeg maar!

Jan, jullie zijn van oorsprong tomatentelers. Waarom zijn jullie ook gestart met aardbeienteelt? 

Jan: Voor een stuk was dat in gegeven door risicospreiding, maar een andere drijfveer was ook dat de aardbeienteelt hier in de streek zo goed als onbestaande was. Traditioneel worden de aardbeien vanuit Borgloon of Hoogstraten aangevoerd aan Belorta (de veiling in Mechelen). Ik zag daar een kans om lokaal rond de veiling aardbeien te gaan telen. Ik vond dat gek dat die aardbeien zovele km’s moesten afleggen.

En een derde reden is misschien toch ook de liefde voor dat pure Belgische en nobele product. Ik vind dat echt een hele mooie teelt. Ik krijg daar enorm veel voldoening van als ik door de rijen loop en die volrode aardbeien zie hangen. Die geur ook. Ik kan daar echt blij van worden. Bovendien is ons bedrijf gelegen aan een fietsostrade (Mechelen – Antwerpen). Een unieke kans om “de aardbei van hier” te promoten via automaten. Dat werkt heel goed. 

Vanwaar die passie voor het product? Kan je je vinger daarop leggen?

Jan: Goh ja, hoe komt dat? Dat zit er wat in denk ik, van vader op zoon zeker? Fier zijn op je eigen product. En die aardbeien hebben mij altijd aangesproken.

Wist jij waar je aan begon? 

Jan: Om eerlijk te zijn, eigenlijk niet ☺. Ik had totaal geen kennis van de aardbeienteelt. Ik heb eerst verschillende voorlichters aangesproken en telers bezocht. Ik heb heel veel informatie ingewonnen en heb dan besloten om in overkappingen te kweken, enkel in de zomerperiode.

Liefde …

Is de aardbeienteelt gemakkelijk? 

Jan: Ik had verwacht dat het gemakkelijker ging zijn ☺, maar ik heb al heel veel bijgeleerd. Ik dacht dat er niet zoveel te sturen was, aangezien het gaat over een buitenteelt. Maar dat was toch wat te kort door de bocht. Er komt heel wat bij kijken. Het terrein juist aanleggen, planten opkweken, bemesten, juist genoeg water geven, schaduw, zon, na de teelt het teeltloof versnipperen …. Eén van de belangrijkste zaken is de juiste plantkeuze. Dat is een kwestie van trial and error. Maar een kwaliteitsvolle plant resulteert altijd in een kwaliteitsvolle aardbei, zoveel is zeker. 

Een aardbeiplant moet ook elk jaar opnieuw geplant worden en je moet voortdurend opletten voor de omstandigheden. Wij kweken bovendien onze eigen plantjes op op trayvelden. Die moeten bemest worden, uitlopers moeten worden verwijderd, bladeren afknippen, … En dan natuurlijk nog de pluk zelf. Daar steken heel wat arbeidsuren in. Tenslotte doen we ook de verpakking zelf. Alles bij elkaar maakt dat het toch een product is waar je met veel liefde mee moet bezig zijn. 

… en vakmanschap 

Heb je alles alleen gedaan? 

Jan: Goh, neen. Dat kan niet. Bij onze tomatenteelt werken we al meer dan 30 jaar samen met De Ceuster voor allerhande klussen zoals bv. het versnipperen van het loof met aangepaste machines. Dat is specialistenwerk. Het was een logische stap om ook voor onze aardbeienteelt die samenwerking voort te zetten. Geert van De Ceuster heeft ons bijgestaan met advies en hij heeft dan samen met zijn team alle grond- en nivelleringswerken gerealiseerd. Onze aardbeien staan ook op kleine stellingen voor het gebruiksgemak bij de teelt en de pluk. De Ceuster heeft onder die stellingen ook gras ingezaaid. Dat doen we voor de verkoeling van onderuit bij heel warm weer. En het houdt natuurlijk alles netjes. 

Ook voor het versnipperen van het aardbeienloof doen we op hen beroep. Zij doen dat razendsnel en dat is nodig omdat we bij wijze van spreken de volgende dag al terug willen planten. Dat betekent dat we heel wat flexibiliteit vragen van hen, want veel hangt af van de rijping van de laatste aardbeien. Dat is helaas geen exacte wetenschap. Maar dat loopt enorm goed, echt vakmanschap. 

Zingen! ☺

Wat maakt jullie aardbeien uniek? 

Jan: De smaak natuurlijk! Wij gebruiken rassen die niet geteeld worden om duizenden kilometers ver te exporteren. Wat met sommige aardbeirassen wel gedaan wordt. Dat zijn dan van die harde aardbeien die niet veel smaak meer hebben. Onze aardbeien zijn een pak lekkerder, maar zijn ook veel fragieler. Wij kiezen rassen die niet altijd de productiefste zijn. Ze brengen m.a.w. soms minder op. Dat proberen we te compenseren door meerwaarde te creëren met kwaliteit en smaak. De export bij ons is dan ook beperkt, ook in km’s. De bedoeling van onze aardbeien is dat ze zo snel mogelijk bij de klant terecht komen zodat ze zo vers mogelijk kunnen gegeten worden. 

Wat is het geheim van jullie aardbeien? 

Jan: Dat kan ik niet zeggen (algemeen gelach). Hard werken van ’s morgens tot ’s avonds en zingen hé (lacht). Nee, nee, het belangrijkste voor de smaak is zoals gezegd het ras en… ze lang genoeg laten hangen. Zo worden ze éénvoudigweg lekkerder.

Hoe lang zit er tussen oogst en consument? 

Jan: Wat vandaag geplukt is, ligt morgen in de winkel. En als je ze koopt in onze automaten in het “Bezenhof” zit er dikwijls maar een paar uren tussen. We verkopen ze rechtsreeks aan de consument.

Een boon voor de korte keten van de aardbei

Vind je dat persoonlijke contact met de consument belangrijk?

Jan: Jazeker, je krijgt heel snel feedback van de klant. In onze sector is dat eigenlijk voor een groot stuk verdwenen. Wij leveren aan de veiling en onze eindklant zien we niet. Hier ligt dat anders. Ik vind dat fijn om te weten of we nu goed bezig zijn of niet. Je komt hier uit eerste hand te weten wat ze van je product vinden. Dat vind ik heel plezant. En het geeft veel voldoening. Met onze tomaten is dat een ander verhaal. Als ik zelf in de supermarkt kom, dan gebeurt het wel eens dat ik onze eigen tomaten tegenkom. Ik lees dan op de doosjes de code van de herkomst ☺, maar voor iedereen anders blijft dat natuurlijk anoniem. Dat is ergens wel spijtig.

Je hebt echt een boon voor die korte keten hé? 

Jan: Ik vind dat super belangrijk dat het product op de voorgrond komt. Ik zie het als mijn missie om de mensen meer lokaal geteelde aardbeien te laten eten en dat er over gebabbeld wordt. Mensen willen weer weten van waar hun groenten en fruit komen. Dat vind ik een goede evolutie. Dat het geapprecieerd wordt bv. dat deze aardbeien van achter hun hoek komen. 

Is het eigenlijk een goed aardbeienjaar? 

Jan: De kwaliteit is top dit jaar -ze hebben veel zon gehad- maar de prijzen voor ons als teler helaas niet. Vorig jaar was dat net andersom. Toen was de zomer heel nat. Altijd iets hé ☺. 

Zou je ooit iets anders willen doen? 

Jan: Nee, Ik vind het gewoon een heel plezant beroep en ik maak er een sport van om het elk jaar beter te doen. Ik wil ook blijven groeien in die aardbeienteelt zodat we binnenkort ook het hele jaar rond kunnen oogsten. 

Laatste vraag. Hoe eet je ze het liefst? 

Jan (resoluut): Puur! Of met vanille ijs. Maar niet met suiker of zo. Als je dat nodig hebt, ben je geen goede aardbei aan het eten. Liefst ook zo snel mogelijk na de pluk én niet rechtstreeks uit de ijskast. Je laat ze best even op kamertemperatuur komen. Koud verliezen ze een beetje smaak. En daar gaat het om!

We spreken 16 oktober 2021. Bij De Ceuster organiseren we onze eerste “Open Machine Dag”. Een dag waar je kan kennismaken met onze machines én met onze vakmannen. Heel wat nieuwsgierigen komen er proeven van de “De Ceuster sfeer”. Vandaag zijn er een vijftal bezoekers van die jobdag effectief aan de slag als vakman. 

We gingen met 3 van hen rond de tafel zitten, benieuwd naar hun eerste bevindingen; Robin al 4 maanden aan de slag, Joeri anderhalve week en Glenn van … eergisteren.

Jullie waren er bij enkele maanden geleden op de open machine dag (jobdag). Hoe zijn jullie daar terecht gekomen? 

Glenn: Wil je dat echt weten (lacht)? Dat was na een dag vol miserie op mijn vorige job als camionchauffeur. De politie had me net tegengehouden in Brussel. Het werd me even allemaal te veel. Ik heb mijn camion aan de kant gezet en ben op Facebook beginnen scrollen. Mijn oog viel toen op een post rond de jobdag bij De Ceuster. 

Joeri: Ik kende De Ceuster al via mijn broer die hier werkt. De jobdag leek me de ideale manier om verder met het bedrijf kennis te maken.

Robin: Via de website van de VDAB zag ik een vacature van De Ceuster. De job sprak me op papier direct aan, maar ik wilde dat ook in de praktijk eens aanvoelen. Zo heb ik 3 proefdagen komen doen en daarna op de “Open Machine Dag” verder komen verkennen ☺

Hoe was die eerste kennismaking met De Ceuster?

Robin: Ik vond dat hier onmiddellijk heel indrukwekkend. Al die machines… Ik mocht direct de D21 bulldozer proberen. En de mensen hier hebben mij heel tof ontvangen. Heel vriendelijk. 

Glenn: Ik was ook direct heel gecharmeerd over hoe het er bij De Ceuster aan toeging. Mijn keuze was in feite snel gemaakt. 

Joeri: Je ziet normaal enkel de gevel van een bedrijf, maar je weet niet wat erachter zit. Tijdens de job-dag kon je al die machines leren kennen…

Robin: … en ook de mensen! Een echt familiebedrijf, dat viel op. 

Glenn: Het fijne is dat de vakmannen hier fier zijn op wat ze allemaal doen. De Ceuster heeft niet enkel een mooi logo en façade, maar ze weten ook waar ze mee bezig zijn. Dat vind ik heel belangrijk. 

Waren jullie in een welbepaalde job geïnteresseerd? 

(Ze knikken simultaan)

Joeri: Ik heb resoluut voor HORTI gekozen. Het rijden met tractors en de grote afwisseling van de job is wat me aantrok.  

Robin: Voor mij was het ook duidelijk; INFRA. Bulldozers en Kilvers. En het is geen bandwerk, elke dag iets anders.

Glenn: INFRA ook ☺. Zware machines maar fijn werk. Soms is het in een hal, dan is het op een parking of wegenis. Van alles wat. Maar ook voor de SPORT divisie van De Ceuster doen we nivelleringswerken, voor een voetbalveld of een paardenpiste bijvoorbeeld. Enfin vaak dezelfde machines in ons geval, maar een heel grote variatie in het soort werk. 

Zijn jullie eigenlijk echte “machineheads”?

Robin: Ja, toch wel. Ik zie veel filmpjes van alles wat met machines te maken heeft op sociale media enzo. Ik ben daar echt mee bezig. De complexiteit van dat soort werk is waar voor mij de uitdaging ligt. Ik heb aan dat soort machines vroeger nog gesleuteld en het was altijd een droom van mij om er ook effectief mee te rijden.

Glenn: Mijn ouders hebben een tuinbouwbedrijf en als kind reed ik thuis al met machines rond. Daardoor ben ik geïnteresseerd geraakt in De Ceuster. Specifiek dan het werken met De Kilver en Bulldozer. Je kan er proper werk mee afleveren waarop je fier kan zijn. Ik kan trouwens ook niet binnen zitten. 

Joeri: Ik heb altijd 2 passies gehad: camions en machines. Eerst heb ik 17 jaar transport gedaan, maar dat werd me wat te veel en te ééntonig. Nu is het tijd voor mijn andere passie: machines. Een bewuste carrièreswitch dus. 

De eerste dag

Hoe waren jullie eerste stappen binnen De Ceuster?

Joeri: Ik voelde me snel op mijn gemak hier en mocht onmiddellijk mee op pad. 

Robin: Ik ben nog maar enkele weken bezig en rijd nog niet zelf, daarvoor ga ik de machines nog beter moeten leren kennen. 

Glenn: Ik heb er nog maar 3 dagen opzitten, maar de eerste dag mocht ik de machines hier in de magazijnen leren kennen. Het zijn er veel ☺. De volgende twee dagen ben ik al met een chauffeur mee geweest. Het was meteen een goede klik. We kwamen goed overeen. Ik ben hier echt goed ontvangen door o.a. de chef van het atelier, den Hugo, maar ook door Marie, de dochter van Els (bestuurder van De Ceuster)

Alsof ze hoort dat we het over haar hebben, wandelt Els plots binnen. Ze is haar bril vergeten in de vergaderzaal waar de babbel doorgaat. Ze begroet haar “groentjes” familiair en er worden enkele grapjes over en weer gemaakt. Al lachend neemt ze afscheid…

Joeri: Ja voilà. Dat is precies wat ik bedoel. Els bekijkt je niet enkel als werkkracht. Het is een echte familie hier, een warm nest ☺. Er is hier ook plaats om eens te lachen en te zeveren en dat maakt het plezant, hé. Els kent ook iedereen, tijdens de job-dag viel me dat eigenlijk ook al op.

Glenn: Inderdaad. Heel toegankelijk. 

Robin: Klopt,dat voelde ik al na de eerste dag.

Joeri: Vorige week was er een opleiding en dat was naast interessant ook plezant. Als je aan het werk bent heb je dikwijls geen tijd, maar daar kreeg je de kans om elkaar ook beter te leren kennen. Dan kan je eens over andere dingen praten dan het werk. 

Is dat belangrijk voor jullie? 

Glenn: Ja enorm, ik werkte voor ik hier begon ook in zo’n warm bedrijf en dat wilde ik opnieuw vinden. 

Joeri: Je mag je geen nummer voelen hé. Dat was op mijn vorige job op het einde wel het geval. Hoe groter het bedrijf werd, hoe onpersoonlijker. Dat lijkt hier helemaal niet zo te zijn, ondanks dat De Ceuster nu ook weer geen klein bedrijf is.

Robin: Ja, Ik vind een goede band met mijn werkgever ook heel belangrijk. 

Groen achter de oren

We spreken hier van “de groentjes” van De Ceuster, maar echt groen achter de oren zien jullie toch niet meer? 

Joeri: Pas op hoor, je hebt rijden. En rijden, rijden (lacht). Iedereen kan rechtdoor rijden, maar het is juist tot op de centimeter rijden wat het niet evident maakt. Ik vind mezelf dus nog wel groen achter de oren hoor. Ik geef dat gerust toe.

Robin: Klopt, je moet de job echt op de werkvloer leren. Met laser, gps en totaalstation werken, zo’n dingen leer je niet op de schoolbanken. Dat is een echte uitdaging en zeker niet gemakkelijk. 

Joeri: Ja, ik ben er ’s nachts in mijn hoofd soms nog mee bezig ☺.

Robin: Je moet echt op alles letten, van bultjes in de weg tot hoe diep je rijdt. Je moet echt met alles rekening houden. 

Joeri: En je moet ver vooruitzien. Het gaat om 1001 dingen.

Glenn: Vooruit, achteruit, goed kijken wat je doet en op voorhand zien dat je berekeningen die je gemaakt hebt, kloppen. Je stelt eerst alles handmatig in op je gps of laser en dan pas ga je je gerief halen. Je moet dus goed nadenken voor je begint.

Robin: Ja, het moet helemaal juist zijn. Daar gaat het over…

Glenn: Maar dat maakt het tegelijk ook speciaal en onderscheidt het ook met een “gewone” job als chauffeur. 

Joeri: Het is echt een stiel apart.

Robin: Maar wel één waar je achteraf veel voldoening van krijgt. 

Er komt die eerste dagen wel veel op jullie af? 

Glenn: Ja, dat kan je wel zeggen, maar we worden hier goed begeleid en opgeleid. 

Joeri: Op die manier kan je stilletjes aan meegroeien.

Robin: Het is een hele uitdaging voor ons, maar ook voor de vakmannen die het ons moeten aanleren ☺. Maar zo krijg je wel de kans om het vak stelselmatig onder de knie te krijgen. Dat is zeker niet zo bij elke werkgever hoor.  

Glenn: Nu, het is ook net die spanning van het controleren van die grote complexe machines die je nodig hebt om de job goed te doen denk ik. 

Hoe is het contact met de anciens? 

Robin: Goed, ze leggen het allemaal haarfijn uit. 

Glenn: Het klikte al twee keer erg goed. Morgen mag ik mee met nog een andere ancien. Ik kijk er al naar uit.

Joeri: En het is niet alleen het contact met de machinisten, ook de mechaniekers zijn hier top hé. Ze zijn echt bezig met hun job en maken aanpassingen om de machines te perfectioneren. Ze luisteren daarvoor bovendien naar de feedback van de chauffeurs en andere medewerkers. Dat is wel echt de max om die mannen bezig te zien.

Een volwaardige vakman

Waar kijken jullie naar uit? 

Robin: Naar het moment dat ik mijn job 100 procent ken. Daar kijk ik naar uit. Dat ik me écht volwaardig vakman kan noemen. Mee problemen oplossen binnen de firma. 

Joeri: Inderdaad. Dat je trots kan zijn op jezelf en op je geleverde werk.

Glenn: Ja, dat je kan aankomen op een werf en dat je weet waar je je me moet opstellen en exact kan bepalen waar er materiaal moet bijkomen en waar er af moet. Ik wil gewoon goed weten wat ik aan het doen ben.

Hemel en aarde bewegen voor de klant is één van de waardes van De Ceuster. Geeft dat extra druk? 

Robin: Ja zeker, maar ik ben ook niet snel content. Ik leg de lat hoog voor mezelf en voor het werk dat ik aflever.

Glenn: Ik wil vooral graag erkenning krijgen in mijn werk en dat klanten me graag zien komen. Weet je, er is een groot verschil tussen snel… en goed werken. Ik heb altijd al proberen streven naar perfectie. Dan zit je bij De Ceuster wel op zijn plaats.

Robin: Ik zie me trouwens zowel bij Infra, Horti als Sport. Ik heb daar deze eerste 4 maanden allemaal van mogen proeven en het bevalt me eigenlijk allemaal.

Fatsoenlijk gerief

Content over jullie keuze?

Joeri: 100%! Ik kan hier mijn passie echt volop beleven. En De Ceuster heeft een goede reputatie. Dat heeft ook meegespeeld.

Robin: Je mag hier inderdaad op “fatsoenlijk gerief” rijden. Ze investeren hier constant in nieuwe machines, enfin in de toekomst. Dat is heel fijn om daarvan deel uit te mogen maken. En er wordt hier ook geluisterd als je met een probleem zit. Zo blijf je er niet mee zitten. 

Glenn: Ja, De werk-privé balans is hier ook goed. Veel beter dan op mijn vorig werk.

Joeri: Pas op, bij De Ceuster heb je ook drukke periodes, maar je weet wel vooraf hoe de planning in elkaar zit. Je moet hier flexibel zijn, maar het is hier een beetje geven en nemen, … met respect.

Glenn: Dat is de nagel op de kop wat je zegt. 

Els nam één jaar geleden De Ceuster over. Een uitdaging om u tegen te zeggen, in volle coronatijd notabene. Maar voor wie Els De Ceuster een klein beetje kent, wist toen al dat ze dat met volle goesting en overgave ging aanpakken…

Thuiskomen

Wat waren jouw grootste drijfveren om De Ceuster een jaar geleden over te nemen?

Els: Om eerlijk te zijn, voor een stuk was dat emotioneel gedreven. De Ceuster is de basis geweest van ons familiebedrijf. Zonder De Ceuster, geen DCM en al die andere bedrijven van de huidige Groep De Ceuster. Het is het bedrijf waar voor mijn papa en mama alles begon. Op die roots ben ik bijzonder trots. En dat maakt het extra speciaal. Wat mijn ouders hebben opgebouwd resulteert vandaag in een bedrijf met meer dan 500 machines en met een onschatbare waarde aan knowhow onder één dak. Dat krijg je op één mensenleven niet klaar. Dat is uniek. Dat mocht gewoon niet verloren gaan. Hun verhaal verder zetten was voor mij heel belangrijk. 

Hoe waren die eerste dagen? 

Els: Dat was echt een soort “thuiskomen”. Ik kwam hier opgereden en toen had ik wel zoiets van: “dat is hier van mij”. En dan bedoel ik dat niet materieel voor alle duidelijkheid. Het heeft meer te maken met een gevoel van trots dat me overviel. Trots dat ik het mag verder zetten. Dat gaf mij heel veel energie. Ik ben hier ooit begonnen en nu ben ik hier terug tussen die fijne groep mensen en dat voelt effectief zoals, ja … thuiskomen. Ik kan het niet anders verwoorden. 

Het is bijna letterlijk thuiskomen ☺, want je werkt hier samen met je papa (Herman) en je dochter (Marie)?

Els: Dat is waar. Ik zeg wel eens dat onze papa -maar ook ons mama- de roots zijn, de wortels, ik ben dan de stam (lacht) en ons Marie is den tak of misschien wel het groene blaadje vol nieuwe frisse ideeën. Samen maakt dat een ferme boom. Daar gaat heel veel kracht van uit. Op die wortels kan ik ook terugvallen. Niets zo mooi om te zien dat onze papa hier terug enthousiast rond loopt en eens een praatje met de mensen maakt. Hij is vandaag echt onze ambassadeur, maar ook van mijn moeder krijg ik heel wat morele steun. Ze leven echt met mij mee.

Ondernemen “op gevoel”

Je kende ook nog heel wat werknemers, maar ook leveranciers en klanten van vroeger?

Els: Ja zeker. Dat maakt het ook bijzonder hé. Veel mannen hebben mij gekend als kind ☺. En nu sta ik hier tussen hen. Maar er waren inderdaad ook vele klanten en leveranciers die me alle succes toewensten. “Den appel valt niet ver van de boom” heb ik veel mogen horen. En dat hoor ik graag ☺  

Lijk jij op je vader?

Els: Dat denk ik wel. Hij is ook mijn grootste idool. Mijn vader is heel authentiek als mens en als ondernemer. Ik denk dat ik diezelfde openheid heb. We hebben dezelfde manier van omgaan met mensen. Wij zijn ondernemers “op gevoel” denk ik. Dat wordt wel eens weggelachen omdat dat soms wat naiëf overkomt misschien, maar dat maakt me niets uit. Ik zal altijd de balans zoeken tussen een gezond bedrijf en gelukkige medewerkers. 

Is het anders t.ov. vroeger, in je rol als bestuurder?

Els: Ik moet zeggen dat dat inderdaad wel een andere mindset is. Dat overzicht dat je moet hebben over alles, over elk onderdeel dat een onderneming doet draaien, dat is echt mijn ding. De Ceuster is ook geen mastodont. Het is een klein of middelgroot bedrijf zullen we zeggen, waardoor het ook heel wendbaar is. Je kan daardoor ook relatief snel verandering teweeg brengen. Dat bedoel ik, je beslissingen kunnen echt een verschil maken. Fysiek, door bijvoorbeeld verbouwingen of een nieuwe camion te kopen, of te investeren in 3D voor de machines, maar ook mentaal door een nieuwe “vibe” te creëren rond De Ceuster. Dat had het bedrijf ook nodig. Ik voel dat ik dat als bestuurder ook echt kan realiseren. 

Een stapje achteruit en 2 vooruit. 

Had je voor jezelf en voor De Ceuster doelen gesteld voor dat eerste jaar? 

Els: Mijn eerste doel was echt om De Ceuster terug op de kaart te zetten. We hebben daarvoor eerst eens een stap achteruit gezet en hebben nog eens goed gekeken naar wie we echt zijn en waarvoor we staan. We hebben onze kernwaarden – wij noemen ze grondbeginselen -, onze missie en onze visie nog eens haarfijn gedefinieerd. Dat werkte enorm inspirerend. Het is vandaag onze kapstok voor al onze keuzes en onze beslissingen en het stuwt ons vooruit. (Note: de grondbeginselen van De Ceuster kan je onderaan dit artikel ontdekken)

Daarnaast heb ik ook durven investeren. De Ceuster is altijd bekend geweest om zijn moderne machinepark en ook van “altijd de eerste te zijn” én van zelf machines te ontwikkelen in ons eigen “Atelier De Ceuster”. Dus daar heb ik fel op ingezet; ons machinepark is wat ons onderscheid. En natuurlijk ook onze vakmannen! 

Dat brengt ons bij mijn derde doel. Ik wilde ook een vakvrouw aannemen. Dat zijn er ondertussen 3 geworden ☺. Maar ik ben geen voorvechter van emancipatie of zo hé. Ik geloof gewoon in een goeie mix van skills. Enfin, in “samen”, begrijp je? Dat werkt gewoon beter en het maakt ons sterker. 

Heeft corona een grote impact gehad op dat eerste jaar? 

Els: Ja, het viel enerzijds mee omdat we voor een groot deel werken in de primaire sector. Anderzijds, in onze “Sport” tak was het natuurlijk wel wat minder omdat sportclubs op alle niveaus hun competities op een gegeven moment moesten stilleggen. Gelukkig zijn we bij De Ceuster goed gediversifieerd en deden onze Horti en Infra activiteiten het heel erg goed. Zeker in de Infra zagen we een grote vooruitgang. Daar ben ik heel blij mee omdat het mijn aanvoelen was om hier extra “efforts” te doen en die minder bekende activiteiten binnen De Ceuster op het voorplan te zetten. 

En wat natuurlijk ook een gevolg is van Corona is dat het “sociale weefsel” wat is weggevallen. Wij gaan hier wel eens op café of we organiseren een BBQ met zijn allen of gaan naar het voetbal. Dat mis ik wel. Het zijn momenten dat je tussen je mensen kan staan en waar je wat informeler kan luisteren naar wat er bij hen leeft. Ik hoop dat we dat snel nieuw leven kunnen inblazen. 

Grote en kleine “gelukskes”

Als je terug kijkt op dat eerste jaar. Content? 

Els: Ja heel content, maar ook blij dat 2022 daar is. Dat eerste jaar hebben we de basis gelegd; nieuwe computerprogramma’s, administratie, investeringen, … Dat heeft veel gevraagd. Nu is er weer ruimte om te dromen. Ik heb veel nieuwe ideeën van waar we met De Ceuster naar toe moeten. Je voelt ook echt dat iedereen hier nu zoiets heeft van: de basis is er weer, nu kunnen we verder kijken (Els haar ogen beginnen te glinsteren). Verder blijven digitaliseren, blijven investeren in vakmannen, anders durven denken, etc. enfin ik kan ook niet alles vertellen…☺

Waar liggen de uitdagingen?

Els: Mensen. Zonder twijfel. Onze taak is meer dan ooit om mensen op te leiden. Vroeger werden de “vakman skills” doorgegeven van vader op zoon. Dat wordt steeds minder het geval, dus we doen dat hoe langer hoe meer zelf. Gelukkig kan dat ook omdat hier op de werkvloer samen honderden jaren ervaring rondloopt. Die kennis brengen we nu zelf over op de jonge garde. Daar hebben we ook echt een concreet plan rond ontwikkeld. 

Waar word je gelukkig van? 

Els: Dat zit in soms grote, maar vooral ook in kleine gelukskes. Weet je, ik werk hier graag en ik zie dat onze mensen hier ook graag werken en dat klanten blij zijn met wat we voor hen doen. Dat maakt mij oprecht gelukkig. Het is natuurlijk niet altijd rozengeur en maneschijn hé, maar ook problemen probeer ik altijd heel menselijk aan te pakken. 

Goeie voornemens? 

Els: Och ja…. Heel veel ☺. Ik leg de lat voor mezelf ook hoog, daar kan ik niet aan doen ☺. Dat is tegelijk ook mijn valkuil, maar goed. Op zakelijk vlak dus heel veel plannen; onszelf beter maken en daardoor klanten beter maken, opportuniteiten zoeken, vernieuwing, … enfin eerder van mijn lijstje schrappen denk ik ☺. 

En op persoonlijk vlak? 

Els: Pfff, ik hou het simpel. Geluk hé, voor familie, vrienden en iedereen die het verdient. Dat is de essentie. Gelukkig zijn. Ik probeer dan ook de omgeving rond mij zo te creëren dat mensen in hun kracht kunnen komen en gelukkig kunnen zijn. Voilà. En ah ja… terug meer feestjes!!! ☺ 


Onze grondbeginselen

“Wij hebben vaste grond onder onze voeten”

De Ceuster is een solide organisatie gebouwd op sterke fundamenten. We hebben meer dan 50 jaar ervaring, geloven sterk in familiale waarden en beschikken over een “grondige” kennis en vakmanschap, alles onder één dak. Het vertaalt zich vandaag in een menselijke keten van talenten die in elkaar het beste naar boven haalt. 

“Wij verzetten hemel en aarde voor onze klanten”

Wat we beloven maken we ook waar. Wij luisteren, analyseren en stellen dan al ons vakmanschap in het werk om onze klanten maximaal te helpen. Onze innovatieve spirit en ons oog voor detail zijn daarin onze grootste troeven. Wij worden éénvoudigweg blij van mooi, kwalitatief werk en van een tevreden klant. Niet toevallig dat “net iets meer”, voor De Ceuster de standaard is. 

“Wij houden onze voetjes op de grond”

De échte kracht van het bedrijf schuilt in onze mensen. Wij zijn harde werkers en betrouwbare collega’s. Maar we zijn ook vaak dikke vrienden en uitbundige lachers. Onze mensen zijn dan ook één voor één pure persoonlijkheden die zich goed voelen in de no-nonsense cultuur waar De Ceuster voor staat. Of met andere woorden; bescheiden in onze natuur, groots in onze acties. 

We laten ons licht even schijnen over hoe je optimaal licht beheerst in serres. Traditioneel gebruiken we daarvoor de klassieke “afwit producten” om in de zomermaanden warmte en licht te filteren of tegen te houden. 

De tuinbouw is echter een innovatieve sector. Vandaag bestaan er specifieke producten die kunnen helpen om het licht het hele jaar door selectief te maken. Zo kan bijvoorbeeld het licht dat zorgt voor de groei van de planten - het zogenaamde fotosynthese licht - in verhouding meer worden doorgelaten dan infra-rood instraling. De serre laat licht binnen, maar houdt de warmte tegen. 

Die nieuwe generatie “afwit-producten” breken het licht efficiënter.  Het gaat concreet over een flinterdunne, bijna onzichtbare coating die het glas diffuus maakt. Het licht wordt op die manier optimaal verspreid.  Door deze egale verstrooiing dringt het licht ook door tot aan de onderste bladeren van de planten. Tegelijk voelt ook de temperatuur in de serre anders aan; meer verspreid, zonder dat branderige gevoel. Het resultaat is minder stress op de plantjes en meer fotosynthese en dat betekent een gevoelig grotere opbrengst en betere kwaliteit van de teelt. Tomaten- of paprika telers bijvoorbeeld doen hier een enorm voordeel mee. 

Anti-Reflect coating is nog een trend. Tijdens de donkere maanden zal deze AR coating ervoor zorgen dat het weinige beschikbare licht toch wordt doorgelaten.

Een andere toepassing is dat je condensvorming in de wintermaanden kan tegengaan door te kiezen voor een anti-condenslaag. De verschillende coatings kunnen ook perfect boven elkaar worden aangebracht. Het komt erop neer dat je licht niet enkel in de zomer controleert, maar dat je het hele jaar door, het beschikbare licht naar je hand zet. Het grote voordeel van een coating is dus m.a.w. dat je afhankelijk van de stand van de zon het licht optimaal kan sturen.

Lichtbeheersing is specialistenwerk. Onze vakmannen adviseren de telers voortdurend wat betreft type coating en ideale timing van het aanbrengen. Daarbij houden ze rekening met elke specifieke situatie; het gebruikte serreglas, het type teelt en het seizoen. Elke situatie is anders.

De verschillende coating methodes zijn nog niet ingeburgerd bij elke teler. En toch spreken we bij de juiste lichtbeheersing al gauw over een meeropbrengst van 5 à 6 %. Of hoe een relatief kleine ingreep een grote impact kan hebben op de teelt. Daar mag je niet te “licht” overgaan ☺.

De Ceuster staat bekend om haar vakmanschap in de tuinbouw (Horti) en in de aanleg & onderhoud van sportvelden (Sport). Minder bekend is dat onze vakmannen ook in de infrastructuurwerken (Infra) ondertussen een mooie reputatie hebben opgebouwd. Dringend tijd om ook deze bedrijfstak eens “grondig” te belichten. Dat doen we met vakman Jan De Roye, onze verantwoordelijke INFRA.

Jan, hoe komt het dat de Infra tak binnen De Ceuster minder bekend is?

Jan Goh, het spreekt misschien minder tot de verbeelding omdat wat we doen zich afspeelt aan de basis. Je ziet het eindresultaat maar heel even, want na onze nivelleringswerken volgen onmiddellijk andere werken. Bij de aanleg van een voetbalveld of een serre zie je op het einde van de rit de afwerking. Bij ons bevindt zich die onder de grond ☺. Maar de meerwaarde van wat we doen is niet te onderschatten. 

Hoezo?

Jan Wij leggen de fundamenten voor projecten met onze nivelleringswerken. En het fundament daar wordt op verder gebouwd. Wij zijn dus echt een cruciale factor voor de wegenbouw, aanleg van parkings, opritten, industriehallen, maar ook grote privétuinen, sportvelden, serres en ga zo maar door. Wij zweven binnen De Ceuster over de andere 2 sectoren (Horti en Sport) heen. In principe doen we alles waar nivelleringswerken tot op de centimeter, zeg maar millimeter komt bij kijken.

Het moet “just” zijn

Waarom is die nauwkeurigheid zo belangrijk? 

Jan Het moet “just” zijn. Het gaat over perfectie nastreven. Het welslagen van een project hangt af van hoe goed wij ons werk doen. Dat is een hele verantwoordelijkheid.Hoe beter wij onze nivelleringswerken uitvoeren hoe meer de eindklant daar voordeel aan heeft. Het vermijdt problemen achteraf met bijvoorbeeld afwatering, maar het kan ook een financieel voordeel opleveren. Reken maar uit. 1 cm afwijking meer of minder lijkt niet veel, maar op grote oppervlaktes kan dat tot honderden kubieke meters aan beton schelen. 

Nivelleren is high-tech

Hoe doen jullie dat?

Jan Constant investeren in nieuwe machines én in de opleiding van mensen. Het moet steeds preciezer en dat betekent gebruik maken van de nieuwste technologieën; 3D, lasertechnologie, GPS … Nivelleren is vandaag natuurlijk high-tech en sterk geautomatiseerd, maar het blijft wel een kwestie van kennis en ervaring van de machinist. Wij hebben meer dan 50 jaar ervaring, we hebben héél veel machines in huis én we kennen ze ook door en door. Wij hebben kilvers en bulldozers in alle maten en gewichten ☺. En natuurlijk beschikken we ook over machinisten die hun vak verstaan. Ik denk dat daar onze grootste kracht schuilt. 

Pietje Precies

Wat maakt eigenlijk een goeie machinist?

Jan Oh, dan gaat het voor een groot deel over skills, maar toch ook over een stukje mentaliteit. Je moet een beetje een perfectionist zijn. Dat zit in onze mensen. Op de machines zijn het echte “pietjes precies”. Die zijn echt één met hun machine als ze aan het werk zijn. En dat moet ook. Je moet ook constant willen bijleren. De technologie staat niet stil. 

Wat is het moeilijkste van de job? 

Jan Tja, elk terrein heeft een afwatering nodig. Daar gaat het over. Alles moet onder de juiste helling liggen zodat er nooit water kan blijven staan. Dat wil zeggen dat elk terrein in een lichte bolling moet liggen. Een doorsnee voetbalveld bijvoorbeeld scheelt van zijkant tot het midden ongeveer 30 cm. Dat exact juist aanleggen, is de kunst. 

Vakmanschap 

Infra is binnen De Ceuster de snelst groeiende sector. Hoe komt dat? 

Jan Een stukje de markt, maar we merken ook dat klanten ons vakmanschap blijven appreciëren. Want dat is het wel degelijk: vakmanschap. Ik denk dat onze klanten weten dat ze zich bij ons geen zorgen hoeven te maken over het eindresultaat. We zijn bovendien heel flexibel. Soms betekent dat ook nachtwerk of deadline werk. Het vertrouwen van onze klanten in wat we doen en hoe we het doen is echt heel groot. Als die klant dan ziet dat het perfect gedaan is. Daar ben ik best fier op, ja….

Waarom doe je deze job zo graag? 

Jan Ik heb het meer dan 20 jaar zelf gedaan. Het zit in mijn bloed. Ik heb altijd met voertuigen en machines bezig geweest. In het begin van mijn carrière heb ik nog in het transport gezeten. Zet mij achter een stuur en ik leef op, dan ben ik in mijn element. Dat is dus écht zo hé. Nu nog altijd. Ik rij ook graag met de auto, ik kom daar van tot rust. Raar hé? En (aarzelt)…. Ik ben zelf ook wel een perfectionist (gelach). 

Maar ook het familiale van de firma trekt mij heel erg aan. Els onze CEO zet een beetje de ziel van Herman verder. Zo vader zo dochter denk ik ☺. Dat is mooi.

Vandaag rijd je zelf niet meer met machines hé?

Jan Klopt, ik zit zelf niet meer achter het stuur van een machine, maar ik stuur ons team aan. Dat is een hele verantwoordelijkheid, maar ik leef daar echt voor. Ik ben hier ook graag. Ik denk dat ik een beetje verknocht ben aan het bedrijf… Weet je, Ik wil dat zo goed mogelijk doen. Ik leg de lat dan ook heel hoog. Onze machinisten weten dat. En… ze kunnen me ook niets wijsmaken ☺. 

Wat brengt de toekomst voor Infra?

Jan Onze Infra sector verder uitbouwen, de ontwikkelingen volgen van de technologie en blijven hemel en aarde bewegen voor onze klanten. Dat zijn de juiste ingrediënten voor succes denk ik. 

En op persoonlijk vlak?

Jan Pfff, binnen 2 jaar MAG ik officieel met pensioen, maar dat zie ik toch niet gebeuren ☺. Ik doe het nog te graag. (Ferm) Zo lang ik kan blijf ik hier werken!

Kijk ook naar “Mijn Machien” en ontdek één van onze vakmannen in actie. 

Interview met Geert Van Meensel, verantwoordelijke Horti.

Geert is dé specialist Horti/tuinbouw bij De Ceuster en weet als geen ander hoe je een teeltwissel het best aanpakt.

“Grote schoonmaak”

Geert, wat houdt een “teeltwissel” precies in?

Elk jaar of enkele keren per jaar - afhankelijk van het type teelt – verwijderen we de oude teelt en maken we de serre weer teeltklaar. D.w.z. dat het loof uit de serre moet en dat we de serre nadien ook reinigen en ontsmetten. Als wij klaar zijn kan de teler aan zijn nieuwe teelt beginnen. Noem het “een grote schoonmaak :-)”.

Wat kenmerkt een goede teeltwissel?

De 3 sleutelwoorden voor de teler zijn: snelheid, efficiëntie en hygiëne. Hoe sneller de teler opnieuw aan een nieuwe teelt kan starten hoe beter uiteraard. Maar ook de hygiëne protocols waarmee de teeltwissel gebeurt en de kwaliteit van het werk zijn minstens even belangrijk.

“Hygiëne is cruciaal”

Hoezo?

Gewassen zijn heel gevoelig aan ziektes. Telers starten daarom telkens opnieuw met een propere lei. Een “cleane” serre is eigenlijk een voorwaarde op een succesvolle start van de teelt. Hygiëne in een serre is dus van cruciaal belang.

Hoe pakken jullie dat aan?

Wij denken zoals een teler. Dat wil zeggen dat ook voor ons en ons materiaal, hygiëne op de eerste plaats komt. Zo kunnen telers opteren om zelf kledij te voorzien of kledij van ons aan te schaffen en telkens ter plaatse te laten. Onze machines zijn bovendien tot in het kleinste detail gereinigd èn ontsmet. Vlak voor we aan een opdracht beginnen, reinigen en ontsmetten we de machines opnieuw. Dat is standaard. Al onze procedures zijn er op afgestemd om overdracht van ziektes te vermijden. Het risico is té groot. Dat moet je gewoon altijd in je achterhoofd steken. En als telers bepaalde extra wensen hebben, dan gaan we daar uiteraard in mee.

Hoe gaat de teeltwissel concreet in zijn werk?

Wij nemen in feite al het werk op ons; het inzetten van de juiste vakmannen en de juiste machines, de aanlevering van gewassen kwalitatieve teeltdoeken, het verhakselen van het loof, de matten verwijderen, tot het ontsmetten van de serre en het reinigen van de glasramen. Dat laatste mag je niet onderschatten. Elke procent inkomend “licht” dat je wint in een serre, bepaalt mee het succes van de oogst.

“Krachtige machines en krachtige teams!”

Neemt niet weg dat een goede voorbereiding het halve werk is?

Dat klopt. We vragen aan onze telers om het loof klaar te leggen op de teeltdoeken. Wij geven ze daarin advies omdat dat het eigenlijke versnipperen een pak efficiënter maakt. Dat zorgt niet alleen voor tijdswinst, maar het is ook een pak veiliger en het vermijdt stukken aan de machine. Zo is het bijvoorbeeld heel belangrijk om de stengelbeugels of de haakjes uit metaal zorgvuldig te verwijderen. Als er zo ééntje tussen het loof terecht komt, kan dat gevaarlijke situaties met zich meebrengen. De machine kan stuk lopen, maar het kan ook werkongevallen veroorzaken.

Die machines zijn niet zomaar simpele verhakselaars?

Nee, dat zijn speciaal ontwikkelde machines die tegelijk heel compact en krachtig zijn. We moeten ze flexibel in elke serre kunnen inzetten. Ze beschikken ook over heel krachtige motoren waardoor het intrekken en verhakselen razendsnel gaat. Die trekkracht is ook nodig om grote volumes loof zo efficiënt mogelijk tot een minimum te reduceren. De afvoer is bijgevolg ook heel compact. Het eindresultaat is een lege serre, klaar voor een nieuwe teelt.

Daarnaast kan je ook niet zonder kwalitatieve, sterke teeltdoeken. Ook daar zorgen we voor indien gewenst. Je kan ze bij ons aankopen of huren. Het komt er eigenlijk op neer dat we de teler maximaal ontzorgen van dit vervelende karwei :-).

Waar maken jullie het verschil?

De zekerheid van een hygiënische teeltwissel, onder veilige en gecontroleerde omstandigheden. De teler vermijdt zo onnodige kosten, heeft een enorme tijdswinst en hij weet dat het goed gedaan is.

Weet je, onze mensen zijn échte vakmannen die de teeltwissel volledig beheersen. Onze teams zijn perfect op elkaar ingespeeld. Vakmanschap en teamspirit gaan bij ons hand in hand. We hebben dan ook een reputatie in de sector van geen compromissen te maken. Het maakt dat de teler op zijn beide oren kan slapen en zich kan concenteren op zijn teelt. Daar draait het om, zo simpel is dat.

We treffen “Jeanke” - hoe kan het ook anders -  in volle actie in het AFAS stadion, achter de kazerne. Een interview met het hart op de tong. Zo hebben we het graag….

Mijnen hof” is KV

Jeanke, hoe lang ben je al greenkeeper van KV Mechelen?

Ik ben hier van mijn 16 jaar begonnen als vrijwilliger. En ik ben hier nu 10 jaar aan de slag als greenkeeper. 

Hoe ben je hier terechtgekomen? 

Ik ben hier in feite ingerold omdat ik supporter ben van KV Mechelen. Ik stond hier al van kindsbeen af in de tribune en ben opgegroeid met KV. Ik heb tuinbouwschool gevolgd en toen heb ik hier stage gedaan, vakantiewerk, vrijwilligerswerk en zo is het blijven groeien. Maar het is écht de passie voor KV waardoor ik hier vandaag werk. Als vrijwilliger al stond ik hier 5 dagen van de 7.

Je hart ligt echt bij KV? 

Toen ik de kans kreeg om hier te komen werken, heb ik inderdaad niet lang moeten nadenken. Luister, zoals elk kind droomde ik vroeger, wanneer ik naar de match keek, om ooit ook op die grasmat te staan. Dat is nog gelukt ook ☺. Ik was vroeger in onzen hof al bezig met nen bak bier achter mijn veloke om lijnen in het gras te krijgen. Dat is dus echt waar hé. Krijt raspen, een goal tussen de bomen aanspannen, enfin, ik maakte mijn eigen veld in onzen hof. 

Werk je zelf graag in je eigen tuin?

Ik heb vandaag genen hof ☺ (gelach). Bewust, want mijnen hof is KV. Zo simpel ís het.

Greenkeeper ben je 24/24, 7/7

Het is meer dan gewoon het gras afrijden hé? 

Oh ja, er komt heel wat bij kijken. Prikken, doorzaaien, bemesten, ziektes bestrijden, lampen zetten,… en natuurlijk ook het gras afrijden. Dat wordt elke dag gedaan, 6 op 7. En voor alles hebben we een aparte machine. Dat is natuurlijk een groot voordeel voor mij dat ons hoofdkantoor vlakbij is. Ik kan gewoon alles gaan halen. Echt een oneindig machinepark in onze achtertuin ☺

Wat maakt van iemand een goede greenkeeper?

Je moet er echt 24/24, 7/7 mee bezig zijn. En super flexibel zijn. Wat moet, moet, … de natuur bepaalt soms uw uren. Ook al is het Kerstavond, dat heb ik al meegemaakt. Maar ik doe dat graag om dat ik weet dat dat oplevert voor het grasveld, én dus voor de club. 

You’ll never walk alone

Doe je dat helemaal alleen? 

Nee, ik heb Jordy naast mij, een heel goeie gast. Wij onderhouden 3 à 4 velden met twee. En op de firma kan ik ook altijd terugvallen op heel wat expertise van Kim en Thierry. Eén keer in de week hebben wij vergadering. Zij hebben de theorie en ik de praktijk en de ervaring op dit specifieke terrein. 

Maar er werken bij ons nog heel wat straffe vakmannen. En weet je, ook als er in het weekend een dringend geval is of zo, er is altijd een oplossing. Alles kan. Dat is ook typisch aan De Ceuster. Dat moet opgelost worden. 

Wat kan er allemaal mislopen met een grasmat?

Een grasmat ziet af, zeker het trainingsveld. Na de training is het onmiddellijk herstellingen uitvoeren. Je hebt heel wat zaken die je onder controle hebt, maar er zijn ook heel wat dingen die je niet in de hand hebt. De natuur doet zijn ding hé. Te koud, te warm, te nat, daar moeten wij voortdurend op inspelen. Ik hou ook altijd het weerbericht in de gaten.

Elk jaar wordt ook de volledige grasmat afgefreesd en zaaien we opnieuw in. Dit jaar hebben we daar 2 weken minder tijd voor door de kortere pauze periode van het voetbalseizoen. Dat is niet evident. 

De grasmat van KV, één van de betere van België

Elk veld is ook anders?

Ja, zeker. Alle velden hier zijn totaal anders. Op sommige velden wordt er elke dag “gesjot”. Op andere veel minder. Dat heeft impact op hoe je aanpak gaat zijn. 

Wat is het ergste dat er ooit gebeurd is? 

Schimmel op het veld. De stukken vlogen er uit tijdens de match. Dan is het werken geblazen. Dat was een heel intensieve periode; herstellen, soigneren en alle zeilen bij zetten dan, om het op te lossen. Sneeuw is ook altijd “heavy”. We laten dat dan zolang mogelijk liggen want sneeuw isoleert en dan blijft de ondergrond zacht. Vlak voor de match duwen we die dan handmatig eraf. 

Is de grasmat van KV een goeie grasmat? 

Onze grasmat wordt aanzien als één van de betere van België (trots). Door het onderhoud hé ☺.

Hoe krijg je die mooie kaarsrechte patronen eigenlijk in het veld?

De juiste machine en heel precies rijden. Kopke erbij houden. Focus, daar gaat het over. Als er een bom zou ontploffen 10 meter van mij, ik zou het niet gehoord of gezien hebben ☺. Da’s toch een beetje métier, ervaring en gevoel. 

Complimenten van Kompany

Je hebt een grote verantwoordelijkheid. Is er veel druk? 

Ja absoluut, maar we kunnen niet meer doen dan ons best. Ik leg daar heel mijn ziel in. Maar er zijn - zoals ik al zei - ook heel wat dingen waar je geen grip op hebt. Maar goed, als het goed ligt hoor ik het graag, maar als er iets is, wil ik het ook weten. 

Vorig jaar bij de match tegen Anderlecht kwam Kompany naar mij en hij zei: “Eindelijk nog eens op een goei grasmat.” Dat is natuurlijk heef fijn om te horen. En dat is iemand die van de Première League komt. Daar kennen ze iets van grasmatten. Dat doet deugd.

Wat vind je het leukst aan je job? 

Als het match is ☺. Ja, dat blijft altijd heel speciaal. Ik heb nog altijd heel veel adrenaline op de matchdag. 

Kijk jij dan naar het voetbal of naar het gras?

Beide! Ja, bepaalde spelers met grote voeten - ne 44 – 45 - die een tackel inzetten of een afdruk maken op het iets mindere gedeelte van het veld. Dan weet ik dat we die graszoden terug gelijk ne puzzel mogen gaan leggen. Op het goede gedeelte ga je dat wel niet voor hebben (gedecideerd). Ik kijk altijd met een dubbele blik. 

Waarom werk je zo graag voor De Ceuster?

Een goeie werkgever. Vanaf de eerste dag dat ik er werkte. De deuren staan bij ons altijd open. Met den Herman kon je altijd praten. Maar vandaag ook met onze nieuwe “baas” Els, de dochter van Herman of met Kim of Thierry. Ik heb hier in feite niet het “baas, baas” gevoel. Het plezante is als ik Els zie, dat is altijd van “Hey Jeanke”! Ne goeiendag, een babbeltje, … Ik heb er echt een goed gevoel. 

Er is veel respect en ze weten dat ze altijd op mij kunnen rekenen. … En ik op hen. En dat is hier op de KV juist hetzelfde. Hier hangt ook een heel familiale sfeer. Iedereen kent iedereen. Da’s plezant. Pas op, super professioneel, maar menselijk. 

Jeanke; greenkeeper, supporter & mascotte.

Het is ook een unieke job?

Ja, da’s waar. Er zijn er misschien een 20 tal van in België in de voetbal. Op de golf ook nog enkele natuurlijk. 

Ben je op matchdag medewerker of supporter?

Dat kan soms veranderen met één vingerknip. Als bijvoorbeeld de cornervlag wordt stuk gestampt tijdens een actie. Dan vertrek ik uit de spionkop en ga ik een nieuwe halen en installeren. 5 minuten later ben ik terug supporter ☺. Na de match kruip ik dan weer op mijn machine om nog een uur of 2 te werken. 

“Jeanke” is ondertussen een bekende naam aan het worden binnen KV Mechelen en omstreken. Moet je al handtekeningen uitdelen? 

Nee, dat nog niet. Soms wel eens op de foto na de match… met zatte mensen! (gelach). Zo hebben we ooit halve finales gespeeld op Union. De spelers aan’t vieren aan de hekken en dan roepen die: “Jeanke?, waar is de Jean?”. En dan moet ik een “lieke” zingen hé. Dat blijft bij hé. Ik ben hier stilletjesaan een stuk van ’t meubilair hé!

Meer dan 50 jaar geleden stond Herman De Ceuster aan de wieg van “De Ceuster grondontsmetting”. Vandaag is het bedrijf uitgegroeid tot een gespecialiseerde aannemer actief in de tuinbouw, de aanleg van sport en recreatievelden én infra.

Herman stond echter ook aan de wieg van Els De Ceuster. Zijn dochter is gepoot en geworteld in de wereld van de grondbewerking. Els groeide op tussen de vakmannen en de machines.

Maar Els en vader Herman stonden ook aan een 3de wieg. Die van dochter en kleindochter Marie. Vandaag werken de 3 generaties samen in het bedrijf. Els als bestuurder, Marie als verantwoordelijke voor de planning en Herman als raadgever…

Herman, jij moet ontzettend fier zijn dat zowel je dochter als kleindochter in je voetsporen treden?

Herman: Absoluut. Dat familiale gevoel in het bedrijf vind ik heel belangrijk. Het heeft te maken met  positieve waarden die afstralen op zowel de eigen medewerkers als op onze klanten. Dat Els en Marie nu onder datzelfde dak werken dat maakt mij inderdaad heel fier.

Is dat altijd een droom geweest?

Herman: Het is natuurlijk heel fijn dat ons Els het bedrijf verder zet, maar dat is altijd een vrije keuze geweest. Je moet doen wat je graag doet, pas dan kan je het ook goed doen.

Els, was het voorbestemd?

Els: Nee, eigenlijk niet want als je mij 5 jaar geleden had gezegd dat ik De Ceuster zou gaan leiden, had ik je niet geloofd. Ik ben in mijn professionele leven voornamelijk binnen DCM (De Ceuster Meststoffen) actief geweest. Toen mijn vader mij 3 jaar geleden vroeg om directeur te worden ben ik eigenlijk opnieuw verliefd geworden op het bedrijf. Ik ben hier opgegroeid samen met mijn broer en zus tussen de machines. Ik herinner mij nog dat ik als “kleine” mee de “bonnekes” ging invullen. Nu ik hier vandaag terug sta voelt dat nog steeds heel vertrouwd. Er werken hier trouwens nog steeds vakmannen van toen. Dat zegt heel veel…

L’histoire se répète…

De cirkel is rond?

Els: Ja, en dat vind ik heel fijn. Wat het ook bijzonder maakt is dat ik toen ik aan de leiding kwam, aan ons Marie gevraagd had om me te komen helpen. Maar ondertussen werkt ze hier alsof ze nooit iets anders gedaan heeft. En ook dat maakt dat het helemaal klopt. Een klein jaar geleden heb ik dan het bedrijf overgenomen en ben ik 100% eigenaar geworden.

Marie, eigenlijk is jouw verhaal heel gelijklopend?

Marie: Zeker weten. Ik ken ook heel wat mannen van vroeger, de Rachid, de Willy,… Ik ben hier in feite eerst 2 dagen in de week komen helpen met de facturatie. Maar ik had het hier al snel naar mijn zin; de sfeer, de collega’s…. Nu doe ik ook de planning en ik leer zo de firma echt door en door kennen. De Ceuster is een groot bedrijf, maar het is ook geen multinational. Dat kleinschalige spreekt mij vandaag ook heel erg aan. Het is in feite een heel hechte, gezellige familie.

Ja, en tegelijk is jouw mama ook “uwen baas”. Hoe gaat dat?

Marie: (algemeen gelach) Dat is speciaal, maar ik heb ook een speciale band met mijn mama. Wij kunnen echt alles tegen elkaar zeggen. Anderzijds laat ze me ook wel heel vrij. Ik rapporteer ook niet rechtstreeks aan mijn mama. Dat is goed zo. Ik word hier ook niet gezien als “dochter van”, maar gewoon als Marie.

Herman: En ze viel ook onmiddellijk in goede aarde binnen de firma. Ik denk dat ook komt omdat ons Marie onze waarden in zich draagt; op een heel menselijke, eerlijke manier omgaan met personeel, klanten én leveranciers. Dat respect voor elkaar, die waardering is typisch aan onze familiale onderneming. Het is daarmee dat het klikt.

Els: Ja, ze doet dat ongelooflijk goed. Het is ons met de paplepel ingegeven. Als je respect geeft dan krijg je dat terug. De planning is ook niet de simpelste job bij ons. Het is het hart van onze onderneming, maar het is soms ook hard met een d. Marie doet dat op een manier waardoor onze vakmannen zeggen: “Hoed af”… Zeker op die leeftijd.

Marie: Je staat echt tussen de mensen en zo leer je iedereen heel goed kennen. Dat is wat ik er zo leuk aan vind. Ik leer enorm veel bij.

De appel valt niet ver van de boom

Is dat het geheim van het succes van De Ceuster?

Herman: Oh ja, dat is zeker zo. Ik heb altijd getracht om op een juiste manier met onze mensen en onze klanten om te gaan. In de geest ook van klanten altijd zo goed mogelijk verder te helpen. En dat heeft niets met het financiële te maken. Elkaar beter maken, ondersteunen, geven en nemen, op een correcte manier en dan komt de rest van zelf.

Els: Ja, 100%. Het grootste compliment dat ze mij kunnen geven is als ze zeggen: “De appel valt niet ver van de boom”. En het mooie is dat de roots van deze 3 mensen aan tafel dezelfde zijn. En dat die waardes dezelfde zijn. Dat wil niet noodzakelijk zeggen dat onze karakters dezelfde zijn. We zijn heel complementair denk ik. Ik ben een wervelwind, ons Marie is gestructureerder, maar is tegelijk het jonge veulen met de nieuwe moderne inzichten, voelt mensen heel sterk aan én ze weet wat werken is.. Ons vader is dan weer de rots in de branding met raad vanaf de zijkant. Enfin, een unieke dynamiek.

Wat ik ook echt geleerd heb van “ons vader” is van te luisteren naar de klant en écht verder te helpen. Dat is niet altijd op dat moment economisch de juiste beslissing, maar op de lange termijn wel. En ook van vooruit te willen. Daar is ons vader altijd een “krak” in geweest.

Eigenlijk is alles terug te brengen op jullie grondbeginselen?

Els: Dat klopt, ze zijn heel éénvoudig, maar het is echt de essentie van waar we voor willen staan: We hebben vaste grond onder onze voeten, wij houden onze voetjes op de grond en we verzetten hemel en aarde voor onze klanten. Dat laatste is een heel belangrijke. Wij willen samen met onze klanten constant blijven vooruitgaan. Wij zijn met innovatieve projecten bezig waar ik écht blij van word. Een tuinder is vandaag ook een ondernemer. Wij willen hen ontzorgen, maar wij willen voor hen ook de vinger aan de pols houden van wat er leeft en beweegt in de sector.

Herman: Els heeft ook een geweldige ploeg achter zich. Met Geert, Jan en Kim als leidinggevende in onze 3 sectoren, maar ook in ons “Atelier De Ceuster” met Hugo als gangmaker en grote machine specialist. En dan natuurlijk de mensen die het elke dag waar maken in de praktijk.

Els: Een fantastisch team. En je ziet dat hier vooruitgaan. Iedereen heeft dezelfde motivatie en trekt samen aan de kar, dat is zo’n fijn gevoel…

Alles kan!

Wat brengt de toekomst?

Els: Ik denk dat we mogen zeggen dat we met ons machinepark echt het verschil maken. We proberen de markt altijd net iets voor te zijn en investeren volop in de nieuwste technologieën. We willen er steeds als eerste bij zijn, dat zit hier ingebakken in ons DNA.

Marie: Kijk, wij zijn bezig met onze handen, maar ook met ons hoofd. Dat meedenken, oplossingen verzinnen én uitvoeren in de realiteit. Daar zijn wij heel straf in. We staan heel dicht tegen onze klant waardoor wij hen laten groeien. En zo groeien we zelf ook constant.

Herman: In de Infra is dat momenteel het geval. Klanten zien ook wat we in huis hebben. Zowel qua machines met onze totaalstations als qua vakmannen. Het werk dat we afleveren is dan ook, dat durf ik zeggen: tot op de millimeter juist. En daar gaat het om.

Els: Ik denk altijd, alles kan. Dat blijven dromen en die dromen ook waar maken. Blijven vernieuwen en investeren in innovatie… én in onze vakmannen! Dat is in onze branche cruciaal.

Herman welke rol neem jij daar nog op?

Herman: Oh, het is aan Els en haar team, maar ik blijf hier graag rondlopen en als ik kan helpen ga ik dat zeker nog doen.

Els: Ons vader is onze beste ambassadeur. Onze vakmannen zien hem graag binnenwandelen.

Marie: Ja, dat blijft heel speciaal voor ons mannen als “ons vokke” eens stopt om te gaan kijken op een project. Hij blijft echt heel betrokken. Dat is mooi om te zien.

Conclusie, alle 3 trots op elkaar en op De Ceuster?

In koor: Ja, absoluut!

Els: Trots en dankbaar.

Dubbelinterview met Willy (68) en Hugo (36)

Willy is de ancien van het bedrijf en kent het machinepark als zijn broekzak. En wanneer je over vrachtwagens begint, fonkelen zijn ogen alsof hij nog steeds 18 is…

Hugo heeft de leiding over Atelier De Ceuster en stond mee aan de wieg van tal van innovatieve machines voor de tuinbouw, de aanleg van sportvelden en voor infra. 

Wat hen bindt is dat ze allebei fanatieke vakmannen zijn. Ah ja, ze zijn ook toevallig overburen…

Wat doet Atelier De Ceuster allemaal?

Hugo: Atelier De Ceuster heeft eigenlijk 2 afdelingen. De constructie afdeling waar we machines aanpassen en verbeteren én waar we ook van scratch nieuwe machines ontwikkelen. 

Willy: Het andere gedeelte is eigenlijk “de garage” waar we het onderhoud van het machinepark doen. Vrachtwagens, tractors, bulldozers, trailers, opleggers, … dat is meer mijn dada. Ik heb vroeger in de automatisatie van planten kweken en in het vrachtvervoer gewerkt. De laatste 20 jaar gebruik ik die opgebouwde kennis in ons atelier. 

Hugo, waarom passen jullie machines aan?  

Hugo: Onze machines moeten hun dienst bewijzen in alle omstandigheden. De éne klant is de andere niet. Daarom passen we ze aan zodat we ze nog flexiber inzetbaar maken. We verbeteren die machines ook. Bijvoorbeeld onze machine om aardbeiruggen te maken. Ik durf te zeggen dat we die nu op zo goed als elk terrein kunnen inzetten. Zelfs op hellingen maakt die perfect gelijke en homogene ruggen. 

Maar jullie beginnen ook dikwijls van nul? 

Hugo: Dat klopt. We ontwikkelen ook machines om heel specifieke werken te kunnen uitvoeren. 

Willy: Soms is dat dus echt één stuk ijzer waar dat mee begint. En dat groeit uit tot een werkende machine.

Tot op de millimeter …

Doen jullie dat helemaal zelf? 

Hugo: Zo goed als. Voor de verregaande elektronica werken we samen met een gespecialiseerde partner. Dat gaat dan over GPS sturing bijvoorbeeld. 

Hoe begin je daar eigenlijk aan? 

Hugo: Heel dikwijls start dat vanuit de klant die met een bepaald probleem zit. Wij schieten dan in gang om een machine echt “uit te vinden” die dat probleem oplost. In onze “innovatie vergaderingen” bespreken we die problemen in team. Ingenieurs, machinisten en wijzelf zitten samen aan tafel om tot de best mogelijke oplossing te komen. Zo hebben we op vraag van een fruitteler een boomplant machine ontwikkeld op basis van een standaardmachine. Wij hebben die volledig aangepast zodat de functionaliteiten en de efficiëntie vergroten. 

Hoezo?

Hugo: We kunnen nu het terrein heel precies opmeten met hoogwaardige GPS technologie, van daaruit ontwikkelen we een plantkaart die overzichtelijk weergeeft waar de boompjes moeten geplant worden. Dat is echt tot op de millimeter. Die plantkaart converteren we dan naar de machinesturing. En we hebben ook een automatische markeur toegevoegd.

Contente klant, contente vakman

Hoe reageren jullie klanten?

Hugo: Die zijn heel content natuurlijk! Het geeft ook wel veel voldoening om te zien dat wat je ontwikkeld hebt, zijn weg naar de praktijk vindt, en dat de klant tevreden is. We zorgen er in feite voor dat door onze efficiënte machine, hij meer grip krijgt op zijn activiteiten. In het geval van de fruitteler weet hij precies hoeveel bomen hij moet planten. En ze staan bovendien exact naar zijn unieke behoeftes. 

Willy: Eigenlijk volgen we de evoluties van onze sector op de voet. Serres worden groter, percelen worden groter, er is ook steeds meer high tech mee gemoeid. Wij passen onze machines daar voortdurend aan aan. Dat maakt het spannend ☺

Dat moet toch elke keer weer een uitdaging zijn? 

Hugo: Dat is in feite een droomjob. De dingen die wij hier realiseren, dat is echt geweldig. 

Willy: We hebben hier meer dan 500 unieke machines. Dus elke dag iets anders. Soms moeten we ook op locatie gaan om een dringende herstelling te doen. Ik denk dat die snelheid en flexibiliteit ook onze grote kracht is. Het werk van onze klanten mag niet stil liggen. 

Leren jullie nog bij?

Hugo: Het gaat zo snel, het is echt een carrière lang continu bijleren. 

Willy: Ik ben 68 en ik leer nog elke dag iets bij. 

68? Hoe komt dat je nog aan het werk bent? 

Willy: Ik kan en wil daar niet mee stoppen. Dat is een microbe, ik doe dat zielsgraag. Ik ben daar ook constant mee bezig. Als ik aan de rode lichten een vrachtwagen of een oplegger zie staan, dan heb ik onmiddellijk gezien wat er mis mee is. De technische kant van de zaak, de sturing, … ik vind dat enorm interessant werk. 

Meer dan een job

Is dat bij jou ook het geval Hugo?

Hugo: Absoluut. Ik kan daar echt trots op zijn, dat wanneer we een machine ontwikkeld hebben, dat die ook doet wat het moet doen. Dat nadenken ook over bepaalde problemen, doe ik eigenlijk ook constant en overal ☺. 

Willy: Ja, dat is sterker dan uzelf hé. Ik wil ook dat onze machines er perfect uit zien. 


Hugo: Dat is waar. Als er een vrachtwagen een schrammetje of een blutsje oploopt, dan heeft Willy echt hartzeer.

En waarom werken jullie zo graag bij De Ceuster? 

Willy: Het respect tegen over elkaar en de familiale sfeer. Ze maken hier ook tijd om eens oprecht te vragen hoe het met je gaat. 

Hugo: Ja, ik ben ook heel tevreden dat met Els (De Ceuster) er opnieuw iemand van de familie aan het hoofd staat. Ik vind dat persoonlijk echt heel belangrijk. Je voelt dat ook binnen het bedrijf…

Willy jij denkt nog niet aan je pensioen? 

Willy: De dag dat ik die vraag krijg - dat meen ik - ga ik het moeilijk hebben, dat weet ik nu al. Je kan dat misschien niet begrijpen, maar die job dat is mijn leven. Ik ben echt heel trots op het bedrijf en als ik onze schone De Ceuster vrachtwagens zie rijden dan doet mij dat echt iets…

Kim en Thierry zijn beiden professioneel bezig met de aanleg en het onderhoud van o.a. prof – en amateur voetbalvelden. Nochtans zijn ze niet allebei even grote voetbalfanaten. Wat hen wél bindt is de liefde voor het gras…

Kim Swinnen
Ing. en verantwoordelijke SPORT

Thierry De Jonghe
Adviseur SPORT

Wie van jullie twee is de grootste fan van de Rode Duivels? 

Thierry: Dat ben ik! Ongetwijfeld ☺. Ik vind voetbal een geweldig interessant spelletje. Als ik naar de Rode Duivels kijk, dan ben ik alleen daar mee bezig.
Kim: Voetbal ligt me niet zo. Dat klinkt misschien gek in mijn job, maar ik ben meer bezig met het gras dan met het voetbal; de agronomie, de biologie, de technische kant van de zaak. Het gras dus, het plantje boven én onder de grond. Daar gaat het over bij mij. 

Een vak apart

Hoe ziet de perfecte grasmat eruit?

Thierry: Egaal gras en homogeen verspreid, van doelzone tot doelzone. Maar ook weer niet te dik, want dan wordt het stroef om op te voetballen. Maar het moet ook visueel aanspreken: mooi diepgroen.
Kim: Ook wat er onder de grasmat ligt is belangrijk. Die ondergrond moet sterk en stabiel zijn, zodat je er goed op kan draaien en keren.

Is een voetbalveld aanleggen en onderhouden moeilijk?

Kim: Er komt meer bij kijken dan je zou denken. Je moet met heel veel factoren rekening houden: historiek van de grond, de beginsituatie, het budget, het weer, spelfrequentie,… Het is echt een vak apart.
Thierry: Als ex-greenkeeper kan ik zeggen dat je echt gepassioneerd moet zijn in deze job. Je bent in feite constant bezig met het monitoren van de staat van het gras. En met het afstemmen van je acties op veranderende omstandigheden. Dat maakt het ook heel bijzonder en uitdagend.

Voetballers staan voortdurend onder druk, jullie ook?

Thierry: Goh, ja toch ook wel, want het is één van de weinige jobs waarin het resultaat van je werk, wekelijks op TV komt.
Kim: Mensen weten ook dikwijls het achterliggende verhaal niet. Als de coach beslist om de dag voor de match op het hoofdveld te spelen, heeft dat uiteraard zijn invloed op het terrein.

Hebben sommige coaches ook eigen wensen ivm de grasmat?

Thierry: Zeker. Roberto Martinez bijvoorbeeld heeft in de laatste wedstrijden in het Koning Boudewijn stadion gevraagd om het terrein zo kort mogelijk af te maaien. Visueel zag dat er niet goed uit, maar het zorgt wel voor snelheid in het spel. Voor technisch sterke ploegen zoals de Rode Duivels is dat écht een voordeel. 
Kim: Je kan inderdaad door het manipuleren van de grasmat, iets droger of iets natter, zachte of hardere ondergrond,… een zekere invloed uitoefenen op het spelbeeld.

Een hele verantwoordelijkheid dan toch?

Kim: Ja, eigenlijk wel. Wij zijn de echte twaalfde man hé.

Zweren jullie bij een puur natuurlijke grasmat of een hybride?

Kim: Het hangt er een beetje van af, beide vragen heel wat onderhoud….
Thierry: Ik zou durven zeggen; een natuur grasveld. Op voorwaarde dat het 100% in orde is. Maar het moet natuurlijk mogelijk zijn. Vele stadions zijn helemaal dichtgebouwd, met veel schaduw op het veld en dan wordt een 100% natuurgras lastiger. Maar tussen natuur en hybride gras zijn er nog heel wat oplossingen. En je hebt er de juiste machines voor nodig…
Kim: Het is eigenlijk altijd maatwerk en specialistenwerk.

Voetbalvelden aanleggen, renoveren en onderhouden is ook een teamsport

Wat vinden jullie zo leuk aan de job?

Thierry: Wij hebben bij De Ceuster een heel leuke werksfeer. Ook de combinatie tussen theorie en praktijk maakt de job aantrekkelijk. Onze ingenieurs haken perfect in op onze vakmannen op het terrein. Het is écht teamwerk. Net zoals bij onze Rode Duivels ☺.
Kim: Je bent één schakel in het geheel. Het is zoals Thierry zegt; teamwerk, ingenieurs, mensen op het terrein, maar ook onze technici die onze machines onderhouden en aanpassen op maat. We werken allemaal samen, met onze voeten op en in de grond, aan éénzelfde doel. Voor mij persoonlijk is het ook echt een passie. Samenzitten met coach, spelers en staf om het terrein naar hun wensen te optimaliseren, dat is echt de max.

Laatste vraag. Wie wint het EK? 

Kim: Azerbeidzjan (gelach)
Thierry: België natuurlijk!

En wie wordt topscorer?

Kim: Baggio ☺ (voetballer uit de jaren stillekes) (luid gelach)
Thierry: Lukaku!

Copyright © 2022 De Ceuster nv All rights reserved